Dat de technologie enorm ontwikkelt bewijst de omvang en prijs van een harde schijf. Zo rond de tijd van de Commodore 64, casettebandjes en Pacman had IBM een hypermoderne harde schijf ontwikkeld. Die harde schijf had toen al een capaciteit van maar liefst 1 Gigabyte.
Je moest er wel wat geld voor neerleggen. Omgerekend kostte één Gigabyte in 1988 zo’n $36.000. Nu heb je een Terrabyte (1.000 GB) harde schijf voor $70. Dat is slechts $0,07 per Gigabyte!
De afmetingen van een Gigabyte zijn in 2011 trouwens ook een stuk kleiner. Had je in 1988 nog een aparte tafel nodig, nu past het in je portemonnee (zie foto).
IBM bouwt momenteel aan een opslagsysteem van 120 Petabytes. Dat is 120.000.000 keer zoveel als de harde schijf van IBM uit 1988.
